Add parallel Print Page Options

11 Je rijkdom en je muziek zijn met jou verdwenen.
Voortaan zijn wormen je matras en larven je deken.'
12 Morgenster, zoon van het ochtendlicht, wat ben je diep gevallen!
Jij die over de volken heerste, bent neergeslagen.
13 En je dacht nog wel: 'Ik zal opstijgen naar de hemel,
en hoog boven de sterren[a] van God mijn troon neerzetten.
Ik zal op mijn troon zitten op de berg
waar de engelen voor de troon van God samenkomen,
ver in het noorden.

Read full chapter

Footnotes

  1. Jesaja 14:13 Met 'sterren' worden in de bijbel vaak engelen bedoeld.